Wichman

Oma Willemien Wichman (1877-1913)

Het officiële leven begint na de bevalling maar voor de buitenwereld toch pas echt nadat je bent “aangegeven” bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. In de tijden waar we  hier over spreken was dat vaak nog de burgemeester die vele functies had zoals; burgermeester, ambtenaar van de burgerlijke stand, secretaris van de gemeente etc. . Als getuigen bij een geboorte aangifte of huwelijk werden er vaak mensen van de straat getrokken c.q. uit t cafe gehaald. Ook wordt er vaak bij vermeld dat die getuigen niet kunnen lezen of schrijven of beide niet beheersen.  Hoe je dan kunt getuigen is voor mij niet helder althans je kunt wel getuigen maar niet controleren wat er wordt vastgelegd voor als je er niet meer bent.  Normaliter geen probleem. Maar het is niet ondenkbeeldig dat bij onechte kinderen (dus als de ouders niet in de echt verbonden waren) er al grond was voor fraude. Daar hebben we het hier “echter” niet over.

De ouders van Willemien Wichman; Bernardus Wichman (1843 geb. in Dichteren Ambt Doetinchem) en Adelheid, Wilhelmina Berendsen (geb. 1841 in Emmerich Duitsland) woonden in Dichteren.

De moeder van oma Slütter-Wichman kwam uit Duitsland (Borghees) bij Emmerich.

Aleida Wilhelmina Berendsen

Mooi toch :

“De bevalligheid ener vlijtige vrouw verheugt den man. Haar bestuur is een gaaf van God.  Ene verstandige en stilzwijgende vrouw wordt door niets opgewogen”.

Als ik lees hetgeen er staat dan constateer ik dat de tijden toch wel zijn veranderd.

Bernardus had een boerderij en was dus landbouwer in Dichteren. Uit dit huwelijk werden  6 kinderen geboren.

  1. Gradus, Gradus verzorgde de stamhouders met; 5 zoons en een dochter.
  2. Willemien, (Oma Slütter-Wichman geb. 1877, overleden 1913, op 36 jarige leeftijd)
  3. Johan (heeroom)
  4. Amatha. (non/zuster).
  5. Maria Berendina. Geb. 30-3-1868. Waarschijnlijk getrouwd met ene Sloot.
  6. Berendina Maria. Geb. 12-1-1873. Overleden 1,5 jaar later 16-7-1874.

Oma Willemina Wichman overleed 29 December 1913 enkele dagen na de geboorte van zoon Anton. Oma Willemien had twee broers Johan en Gradus en drie zussen Amatha, Maria en Berendina.

Aangifte van overlijden van Oma op 29 december 1913 ’s ochtends om 9 uur door Willem Brand en Johan Neijland.

Oma overleed in Silvoldse buurt in het huis no. 533 op de leeftijd van 36 jaar, 12 jaar na haar trouwen.

Op 2 jan. 1914 werd ze begraven.

Oma Slütter-Wichman

Broer Gradus (geboren in Dichteren bij Doetinchem) was getrouwd met Berendina Borkes. Wellicht dat uit dit spoor nog kinderen zijn geboren. Inmiddels e.e.a. gevonden. Gradus had met z’n Berendina 5 zoons en een dochter allen geboren tussen 1903 en 1910.

De volgende twee sporen lopen in de stamboom verder niet door (omdat zij (mede door het celibaat) geen partner hadden). Johan was priester (Pastoor / Emeritus Pastoor) en in onze ogen was hij “Heeroom” en Zus Amatha was ’n non in het klooster.

Dan is er nog Maria Berendina. Geb. 30-3-1868. Waarschijnlijk getrouwd met ene Sloot. Ook zij hebben kinderen. Een daarvan was wellicht de boekhouder van Theo Slütter?

Vraag is: Hoe kon een ontmoeting tot stand komen tussen Opa Slütter en Oma Willemien Wichman. Intrigerende vraag! Geografische oplossing: Opa groeide op in Wehl/Silvolde en Willemien in Dichteren bij Doetinchem, niet al te ver van elkaar.

Heeroom.

Ja de kwestie “Heeroom” Johannes Hendrikus. Een geestelijke in het gezin was helemaal mooi destijds en een toonbeeld van “godsvruchtigheid”. Voor m’n ouders (vader) was hij ’n echte oom. Omdat hij geestelijke was derhalve “heeroom”. ’n Heeroom in de familie was destijds een vooraanstaand iemand. In de huidige katholieke kerk met haar affaires weet ik niet meer hoe dat ligt. Oom Theo in Boekelo had een speciale “Heeroom kamer”, welke voor vrijwel niets anders werd gebruikt dan wanneer Heeroom er was. Oom Theo was m’n peetoom, nog een “oude titel”.

Die speciale zitkamer is later wat functioneler verbouwd tot woon/zitkamer.

” ’n Heeroom” ook altijd handig als aangekomen aan de hemelpoort en om toegang verzoekt, je ter plekke een afgevaardigde van een hoger geestelijk echelon hebt zitten mochten er twijfels zijn als je deemoedig aanklopt als jouw tijd is gekomen.

Hij is geboren te Dichteren, achter Doetinchem, op 13 mei 1879.

Overleden in 1954 in Groenlo en bijgezet op het kerkhof te Brummen alwaar hij pastoor was geweest.

Hij was ten tijde van overlijden “Emeritus Pastoor”, hetgeen inhield dat hij geen parochie meer had, waarschijnlijk na z’n 65ste of 70ste levensjaar. Oftewel een pastoor in ruste.

Hij is ook kapelaan geweest in Veenhuizen, Uithuizen, Vasse, Mander en Oldenzaal. Pastoor te Gorssel, Sappemeer en Brummen.

Theo jr woont nog immer in het huis alhoewel het bedrijf allang beëindigd is. Hij is zelf, medio nov. 2016 nog redelijk tot goed ter been. Zijn vrouw lijdt pittig aan een vorm van dementie. Theo is loyaal en volhardend in haar verzorging.
Heeroom had ook nog een zus: tante Amatha Wichman. Zij zat in een klooster als non of zuster. Waar en welke congregatie?

Bij het Nederlandse kloosterleven gaat het bijna uitsluitend om de katholieke geloofstraditie. Binnen deze traditie bestaan er verschillende vormen. Er zijn kloosterlingen die binnen de kloostermuren leven (contemplatieve religieuzen: monniken en monialen) en kloosterlingen die in de samenleving werkzaam zijn. De laatste groep is het grootst: ca. 95% van de kloosterlingen behoort tot de actieve religieuzen. Er zijn kloosters voor mannen en kloosters voor vrouwen. Vrouwelijke kloosterlingen worden zusters genoemd. De mannelijke kloosterlingen zijn onderverdeeld in paters en broeders. Paters volgden de theologiestudie en werden tot priester gewijd, broeders of fraters zijn mannelijke kloosterlingen zonder priesterwijding.

Wie hier meer van wil weten kan even kijken op “Leven in een Klooster”

Plaats een reactie